Skip to main content
Zwijgen is een optie: muziektheater tussen kleinkunst en luisterliederen

Zwijgen is een optie: muziektheater tussen kleinkunst en luisterliederen

Tussen thriller en screwball comedy: Hit Man

| Peter Verstraten | Column
Tussen thriller en screwball comedy: Hit Man

Hit Man, de nieuwe film van Richard Linklater, valt tussen categorieën. Dat is soms een nadeel, maar voor deze film wellicht een voordeel, net zoals dat indertijd gold voor een qua sfeer vergelijkbare film als het succesvolle Out of Sight (Steven Soderbergh, 1996). Hit Man zit tussen grote bioscoop (Pathé) en arthouse theater (LUX); zit tussen (nep)huurmoordenaarsthriller en romantische komedie; zit tussen ‘vermakelijk tussendoortje’ (de Volkskrant) en licht-filosofische reflectie.

Gary Johnson is docent psychologie en filosofie en een van zijn studenten interpreteert zijn uiteenzetting over Nietzsche als een oproep om risico’s te nemen en uit je comfortzone te komen. Nu leidt Gary een gezapig en tevreden burgerbestaan, maar als extra klus verricht hij politiewerkzaamheden. Als een collega tijdelijk geschorst wordt, dient hij op stel en sprong in te springen. Hij moet zich voordoen als huurmoordenaar en een deal sluiten met een opdrachtgever in een diner. Omdat de onderhandelingen worden gefilmd en afgeluisterd, rekent de politie de opdrachtgever na het gesloten akkoord gelijk in zodra die naar buiten komt. Daarmee zet Hit Man meteen al aan het begin een vinkje bij ‘risico’s nemen’.

Verder instrueert Gary zijn studenten dat het zelf een sociale constructie is: de manier waarop je je voordoet, verschilt van je ware aard. Daarin schuilt de fundamentele les van de film, die het meest pregnant verwoord wordt door Gary’s ex-vrouw. Zij legt het ‘as if’-principe uit: als je maar hard genoeg doet alsof je een bepaalde identiteit aanneemt, word je als die persoon. Je raakt vergroeid met je rol, zo houdt ze Gary voor.

Je identiteit voegt zich naar je masker

Voor zijn klus als nephuurmoordenaar kiest Gary steeds een andere vermomming. Maar dan overhoort hij per ongeluk hoe goed hij eruit ziet in de gedaante van ‘Ron’. En dus wordt hij geheel in de geest van de opmerking van zijn ex steeds meer (als) ‘Ron’. Rationeel bestaat er nog steeds een kloof tussen zijn ‘echte ik’ en de rol die hij beroepshalve speelt, maar Hit Man draagt de postmoderne filosofie uit dat die kloof steeds kleiner wordt, en misschien zelfs dichtgroeit. Linklaters film verweeft deze gedachte – waarbij je identiteit zich voegt naar het masker dat je opzet – op spitsvondige wijze met de plot, waarbij Gary, of eigenlijk ‘Ron’, zich in een steeds lastiger parket werkt.

Maar Gary’s ex heeft in de korte schermtijd die ze heeft, nog een wezenlijke les die in het vervolg van de film in de praktijk wordt gebracht. Zij formuleert liefde als de zoektocht naar een ander die op jouw eigen gestoordheid aansluit. Terwijl Hit Man aan de ene kant allerlei ultrakorte filmfragmenten van huurmoordenaars – uit This Gun for Hire, uit Dial M for Murder, uit The Good, the Bad, and the Ugly – laat zien, leunt het aan de andere kant op de conventie van screwball comedies dat je nooit zult uitkomen bij een partner met wie je logische eigenschappen deelt. Liefde betekent dat je wordt aangetrokken tot het irrationele in de ander.

Hit Man

Mobiele telefoon

Die mengeling van thriller en screwball comedy leidt tot vermakelijke plotverwikkelingen die ik niet ga verklappen, maar de onmiskenbare climax is een scène waarbij Gary inventief gebruik maakt van de mogelijkheden van de mobiele telefoon. Die scène tilt Hit Man naar een hoger niveau en misschien, zo bedacht ik me, vond ik dit wel Linklaters allerbeste film. Daar moet ik dan wel bij zeggen dat ik hem als regisseur tot de ‘betere middenmoters’ reken, niet tot de top.

In zijn filmloopbaan heeft Linklater steeds gisse uitgangspunten gehad, maar ik vond zijn uitwerking vaak net iets te lui. Misschien klinkt het woord ‘lui’ wat oneerbiedig hier, maar zijn debuutfilm heette Slacker (1991), en voor mij is Linklater altijd de lummelaar onder de Amerikaanse filmmakers van zijn generatie gebleven. Heeft hij een goed idee dan werkt hij het ontspannen uit, hetgeen past bij zijn wens om zich als onafhankelijk te profileren. In Slacker, gefilmd in zijn woonplaats Austin (Texas) rijgt hij een reeks van portretten van verschillende personages aaneen, waardoor we, zoals een recensie treffend schreef, een maaltijd krijgen met veertien nagerechten.

Aangenaam rondhangen

Goede vriend Quentin Tarantino bewondert Linklaters films omdat het zo aangenaam rondhangen is met zijn personages, vooral bij Dazed and Confused (1993) over high school leerlingen die hun laatste schooldag in 1976 in Austin beleven. Er is een breed palet aan personages, maar niet echt een verhaallijn: ouderejaars koeioneren de nieuwelingen, er wordt poolbiljart gespeeld, er wordt rondgereden door de buurt en de personages wonen een wild feestje bij, met bier en marihuana.

Dazed and Confused

Ja hoor, zeker aangenaam, maar omdat een nostalgische inslag domineert over een kritische, is de film ook wat te licht om lang te beklijven. Geen wonder dat Tarantino beweert dat hij de film graag om de drie, vier jaar weer herkijkt. Eigenlijk blijft het beste hangen dat allerlei jonge acteurs later behoorlijk succesvol zijn geworden: Matthew McConaughey, Milla Jovovich, Ben Affleck, Parker Posey. Zelfs Renée Zellweger maakt haar debuut hier in een piepklein rolletje.

Met name hoog geprezen is Linklaters Before Sunrise (1995), de eerste uit een trilogie. Jesse en Céline ontmoeten elkaar in de trein. Hij vraagt haar met hem in Wenen uit te stappen en op die 16e december 1994 beleven zij een romantisch samenzijn. Als er een zekere magie in de wereld bestaat, zo zegt Céline, dan is het in de poging iemand te begrijpen, iets met elkaar te delen. De film tast af of er sprake is van een onderlinge connectie tussen de twee vreemden. Daarbij was voor Linklater cruciaal dat de beide acteurs, Ethan Hawke en Julie Delpy, een eigen inbreng zouden hebben. Zijn acteurs zijn niet zijn speelbal, maar creëren de film samen met hem, wat zonder meer een sympathieke aanpak is. Delpy vroeg zich tijdens het draaien af of de film niet te saai zou zijn: moet er niet iemand wat grappige conversaties in schrijven? Linklater antwoordde: ik heb me de afgelopen zes weken geen moment met jou verveeld, dus als de kijker dat wel doet, dan heb ik geen boodschap aan die kijker.

In Before Sunrise (2004) ontmoeten Jesse en Céline elkaar negen jaar later weer, hij is in Parijs voor een boekpromotie. Jesse is getrouwd en vader van een zoon, maar na hun hernieuwde kennismaking blijft hij bij haar. Before Midnight (2013), weer negen jaar later, gaat over hun relatiehobbels en de zorg voor een tweeling. Geweldig concept om hun ontwikkeling met steeds dezelfde acteurs over achttien jaar uit te smeren, maar ik houd dan toch te veel van Franse praatfilms, van Éric Rohmer, van Mia Hansen-Løve, van Olivier Assayas, om Linklater op dezelfde sokkel te plaatsen.

boyhood

Boyhood

Minstens zo bejubeld was zijn opgroeidrama Boyhood (2014), waarmee hij begon in 2002. Elke zomer draaide hij met eenzelfde groep acteurs, zodat we ze gedurende die twaalf jaar gezamenlijk ouder zien worden. De film volgt vooral de ontwikkeling van de zesjarige Mason tot hij gaat studeren, met als voordeel dat Linklater dus nooit op zoek hoefde naar een andere acteur om de verschillende leeftijdsfasen van Mason vast te leggen. Vanwege de opzet liet Linklater het nodige over aan toeval. Het scenario zou mede afhangen van de interesses die de acteur in kwestie zelf zou oppikken. Daardoor krijgt het personage Mason belangstelling voor fotografie terwijl oorspronkelijk het idee was dat hij muzikant zou willen worden.

Het werkte tegen de film dat Mason zich tot een wat alledaagse jongeman ontwikkelt, een tikkeltje saai zelfs. Dat kwam de film niet ten goede, maar op z’n best bood Boyhood een schets van Amerika door de jaren heen: zo plaatst het gezin in de zomer van 2008 campagneborden voor Barack Obama, terwijl wij beseffen dat de acteurs dan volstrekt ongewis zijn over het resultaat van de verkiezingen. Linklater toont weliswaar wat van de rafelranden van de Amerikaanse maatschappij, maar net als bij eerder genoemde titels zijn het nooit heel scherpe randen.

In Hit Man wordt de ‘lichtheid van het bestaan omhelsd’, aldus dagblad Trouw, maar prettig genoeg realiseert Linklater dat door twee genres tegen elkaar uit te spelen. Dat heeft hem gedwongen om binnen een kader te werken, want genreconventies kun je niet naar believen overtreden. Of toch? Er was één shot dat maar bleef nazoemen in mijn hoofd. Zij (Madison) stapt naar voren om hem (Gary/’Ron’) te zoenen, maar dan krijgen we plots een ingevoegde close-up van haar blote voeten die in een lege tas staan. Was dit onlogische en overbodige detail van haar voeten nu een teken van Linklaters nonchalance, of was het een shot om de kijker juist alert te maken: oké, ik heb mezelf opgelegd om me aan (genre)filmregels te houden, maar ja, waar staat geschreven dat je elke regel correct moet toepassen? Door zo’n ‘onafhankelijke’ instelling is het aangenaam vertoeven bij Linklaters cinema.

Getagd onder

Deel dit artikel