Met of zonder saus: Thunderbolts*, Son Hasat en Three Kilometres

Ik had de laatste jaren een aantal Marvel-films aan me voorbij laten gaan, want zowel professionele critici als online reviewers hadden er gehakt van gemaakt. Maar de Volkskrant-bespreking van Thunderbolts* van Jake Schreier had enige verwachting gewekt, want recensent Alex Mazereeuw noemde het de ‘bevredigendste Marvelfilm sinds tijden’. Dankzij een ‘filmhuissausje’ is Thunderbolts* een ‘volwaardige speelfilm’ en geen ‘vermoeiende huiswerkopdracht’. Is het heus?
Aan het begin van de film staat Yelena Belova boven op een enorme wolkenkrabber. We horen via haar voice-over dat ze iets mist, dat ze een leegte voelt. Had het misschien te maken met de dood van haar zusje? Of is het probleem dat ze zich verveelt, omdat ze geen ander doel heeft dan hardhandig de boel op te ruimen als haar baas haar belt? In de openingsscène lijkt Yelena zo ontdaan, of zelfs depressief, dat ze blijkbaar een dodensprong overweegt.
Als ze naar beneden springt, kun je nog denken dat ze zich inderdaad van het leven wil beroven, maar dan gaat er alsnog een parachute open. De hint naar een mogelijke zelfmoord is niet meer of minder dan een dwaalspoor. Yelena zal op weg zijn naar een klus, die ze vakkundig klaart, met tussendoor altijd weer quasi-luchtig commentaar: ‘jij schiet, ik zoek dekking’.
Al snel wordt duidelijk dat Yelena een pion is (‘een tot slaafgemaakte moordenaar’, zegt ze zelf) in handen van Valentina Allegra de Fontaine, directeur van OXE. Deze organisatie stuurt geheime operaties aan. De Amerikaanse Senaat wil bewijzen verzamelen van onrechtmatige acties, zodat ze een afzettingsprocedure kunnen voorbereiden tegen De Fontaine. Yelena krijgt vervolgens als karwei een ‘inbreker’ uit te schakelen. Zij weet echter niet dat De Fontaine een minilegertje aan huurlingen vergelijkbare opdrachten heeft gegeven in de hoop dat ze elkaar zullen ombrengen. Op die manier meent hun baas allerlei clandestiene sporen te kunnen verwijderen. Bovendien is het niet erg als deze huurlingen ten onder gaan, want feitelijk zijn het een stel ‘gebrekkige losers’ die niet in de schaduw kunnen staan van de zo roemruchte Avengers uit eerdere films.
Verliezend voetbalteam
Omdat de OXE-strijders het snode plan tijdens hun onderlinge confrontatie doorkrijgen, besluiten ze samen te werken en gaan een steeds hechter team vormen: Thunderbolts, vernoemd naar het immer verliezende voetbalteam waarvan Yelena de keepster was. Doordat ze hun krachten tijdig bundelen, redden ze zich uit een benarde situatie, waarna De Fontaine een superwapen inzet om hen alsnog te elimineren: ze dicht ‘Bob’/Robert, voortgekomen uit project Sentry, een eindeloos potentieel toe. Zij heeft hem zozeer afgesteld dat iedereen volstrekt kansloos is: het Thunderbolts team vliegt omstebeurt tegen een muur of glaswand. Hun enige redding lijkt te zijn om Robert uit De Fontaines invloed te trekken. Zou dat lukken? Wat denkt u zelf? Minder verrassend is wellicht hoe De Fontaine daar vervolgens een draai aan geeft, maar dat creëert een einde dat preludeert op een onvermijdelijk vervolg.
In zijn vodcast vroeg de gerenommeerde Britse criticus Mark Kermode zich af of hij te oud was geworden voor Marvelfilms: er was de laatste jaren ‘moeheid’ in zijn vezels geslopen bij het aanschouwen van die eeuwige gevechten in het universum. De studio had zich blijkbaar ook gerealiseerd dat er hevige nood was aan een nieuwe injectie. Als Thunderbolts* meer positieve respons van critici krijgt dan voorgaande films in de franchise, dan dankt Schreiers film dat aan het feit dat het meer ruimte biedt aan mentale gezondheidsklachten. Op die manier wordt het gemak waarmee superhelden door het luchtruim zweven, verzwaard met een zekere ernst.
Zo confronteert Yelena haar vader met zijn veelvuldige afwezigheid in haar leven en klaagt ze over eenzaamheid. Als haar vader – een Russische schreeuwlelijk die komische noten dient te verzorgen – een keer met zachte stem spreekt en zegt dat ‘als ik jou zie, ik jouw fouten niet zie’, dan kan Yelena weer vooruit. ‘Goed gesproken’, dankt ze hem.
Aanlokkelijke duisternis
Met een neerslachtige Robert, die zich heeft verschanst in een schaamtekamer, bespreekt Yelena het aanlokkelijke van de duisternis. Allebei kunnen ze zich totaal verlaten voelen; ze hebben goede en slechte dagen, met tal van stemmingswisselingen, die in de film gevisualiseerd worden door eindeloze kamers. Als Robert nu eens van de meest donkere naar verlichte kamers gaat, zo stelt Yelena voor, doorbreekt hij wellicht de negatieve spiraal. En ja hoor, dat lukt (uiteraard).
En dan haalt de assistente van De Fontaine ook een keer de Deense filosoof Søren Kierkegaard aan (‘het leven wordt voorwaarts geleefd maar achterwaarts begrepen’), maar over het citaat weet ze niet meer te berde te brengen dan dat het goed klinkt.
Dat was het denk ik wel wat het ‘filmhuissausje’ betreft, niet meer dan een enkele klodder mayonaise uit een zo goed als lege tube. Ergens zegt De Fontaine in de film dat je ‘bad guys’ hebt en ‘worse guys’. Nou, zo heb je ook ergerlijke superheldenfilms en ergere. En behoort Thunderbolts*, vanwege de loze pretentie van enige diepgang niet tot die laatste categorie? Door al die pseudo-psychologie blijft het steken in tegeltjeswijshedencinema. Geef mij dan liever een onbekommerd actievehikel, zoals de John Wick-franchise.
Is er toch iets goeds te melden? Ja, Florence Pugh als Yelena houdt zich, ondanks alles, overtuigend staande. Bovendien wordt breed uitgevent in de publiciteit dat de actrice in de openingsscène de stunt zelf uitvoert om vanaf de Merdeka in Kuala Lumpur, het een-na-hoogste gebouw ter wereld, naar beneden te springen.
Laatste oogst
De Turkse film Son Hasat (laatste oogst) van Cemil Ağacıkoğlu is in bijna alles het tegendeel van Thunderbolts*. Deze zeer kalme vertelling is slow cinema in de geest van het werk van zijn land- en leeftijdsgenoot Nuri Bilge Ceylan, die een nu nog lopende tentoonstelling in Eye Amsterdam heeft. We staren voortdurend naar gezichten en moeten maar gissen wat er in de hoofden van de personages om gaat, want ze spreken nauwelijks over hun sores.
Rietsnijders op de Anatolische hoogvlakte zijn gedwongen om hun oogst af te staan aan figuren die er een schijntje voor bieden, waarna ze die tegen hogere opbrengsten doorverkopen. Ali wil deze dubieuze tussenhandel omzeilen, maar als hij wordt betrapt, krijgt hij een afranseling en wordt zijn riet in de fik gestoken. Er zullen ten slotte drie moorden in Son Hasat plaats vinden, maar de camera vangt die nooit in beeld; dit geweld is steeds net buiten het kader. Die moorden zijn ook verschillend van aard: de eerste is per ongeluk en lijkt te leiden tot een hevig schuldgevoel bij de dader; de tweede gebeurt in een plotse opwelling om de eerste af te dekken (net als in de roman Misdaad en straf van Fjodor Dostojevski); de derde is met voorbedachten rade. Althans, dat is wat ik opmaak uit de bescheiden bouwstenen die je als kijker krijgt om een psychologische ontwikkeling samen te stellen.
Son Hasat is ontzettend stijlvast, met talloze shots van bootjes die tussen het riet doorglijden. Dat riet uiterst fotogeniek kan zijn, wisten we natuurlijk al sinds Schneider vs. Bax (2015) van Alex van Warmerdam.
Homofobe omgeving
Een bootje in het riet vormt een richtpunt voor de 17-jarige Adi in Three Kilometres to the End of the World van Emanuel Pârvu, ook in LUX. Adi wil met het bootje vertrekken richting Boekarest, nadat hij door twee dorpsgenoten in elkaar is geslagen als die hem hebben zien zoenen met een mannelijke toerist uit de Roemeense hoofdstad. Adi’s ouders reageren ronduit homofoob. De godvruchtige moeder laat haar zoon vastbinden, zodat de lokale priester een exorcisme kan uitvoeren. De bazige vader wil dat Adi zich bij de marine aansluit zodat hij ‘man’ wordt.
Interessanter wordt het als dit gezinsdrama verknoopt raakt met de belangen van eenieder in het dorp. De vader van de daders is bereid om de schuld van Adi’s vader kwijt te schelden, mits de aangifte wordt ingetrokken. De politie vreest gedoe als de jeugdbescherming er zich mee komt bemoeien en probeert zand in de motor van het onderzoek te strooien. Pârvu’s film is sterk verwant aan een andere Roemeense film, Graduation (Cristian Mungiu, 2015), want ook daar legt een incident een machinerie van corruptie bloot. Net als Son Hasat is Three Kilometres to the End of the World ‘volwaardige’ filmhuiscinema, ‘met een papje’ (het antwoord van geitenbreier Frank Noya op de vraag van Ome Willem of die bloemkool lust).