Alles heeft ritme: Black Bag versus Black Dog

Heeft Steven Soderbergh gelijk als hij stelt dat zijn Black Bag tot een ‘uitstervende’ soort van film behoort? En is de teloorgang van de films met middelgrote budgetten inderdaad de schuld van The Sopranos omdat met deze serie de roemrijke periode van televisie werd ingeluid? In Amerika had Soderberghs spionagethriller een zeer bescheiden kassaopbrengst. Mocht er in Nijmegen ook een geringe toeloop zijn, dan zal het niet aan de programmering liggen, want Black Bag is te zien in LUX, Pathé en Vue.
Soderberghs debuutfilm Sex, Lies and Videotape (1989) heeft een belangrijke plek in de filmgeschiedenis. De met beperkte middelen gemaakte film won een Gouden Palm en was tevens de publiekslieveling op het Sundance Film Festival dat vooral onafhankelijke cinema een podium bood. Door al die positieve aandacht, leverde de film heel veel meer op dan de 1,2 miljoen dollar die die gekost had. Het deed studio’s inzien dat juist onafhankelijke films heel rendabel konden zijn. Sex, Lies and Videotape fungeerde als een vliegwiel en in de jaren nadien waren er opvallend veel geslaagde onafhankelijke producties. Het jaar 1992 markeert de definitieve furore, met onder meer titels als Reservoir Dogs, Simple Men, El Mariachi, Bad Lieutenant.
Dankzij zijn vliegende start zou Soderbergh een regelmatige stroom aan films afleveren, maar die waren zelden heel groots qua opzet. Zijn twee meest ambitieuze projecten waren wellicht het in twee delen uitgebrachte Che (2008), over de fameuze guerrillastrijder, en Traffic (2000), waarin hij via een aantal in elkaar vervlochten verhaallijnen de ‘oorlog’ tegen drugs portretteert. Ocean’s Eleven (2001) over een groep criminelen die een geslaagd plan bedenken om drie casino’s te beroven, had zo’n gunstige receptie dat er ook een Ocean’s Twelve (2004) en Thirteen (2006) kwamen. Maar Soderbergh voelde zich niet te groot om met de iPhone te experimenteren, bijvoorbeeld in Unsane (2016).
Clooney en Lopez in kofferbak
Als je me nu naar mijn top drie van Soderbergh zou vragen, zou ik het houden op Kafka (1991), Out of Sight (1998) en The Limey (1999). Nu heb ik Kafka na al die jaren nooit meer teruggezien, dus misschien is mijn herinnering eraan te positief ingekleurd, met een rol van Jeroen Krabbé naast die van hoofdrolspeler Jeremy Irons. Out of Sight is een puntgave combinatie van een misdaadfilm met een romantische komedie. De uit de bajes ontsnapte George Clooney belandt in een kofferbak met agente Jennifer Lopez. Ze bespreken een aantal films met Faye Dunaway en merken daarna op hoe belachelijk snel er liefdesrelaties ontstaan. Vlak daarna heeft Clooney een dagdroom waarin Lopez hem komt arresteren, terwijl hij in een badkuip onderuit ligt. Als hij haar te slim af is, zoenen ze. Toont het volgende shot dat zij wakker wordt uit een droom. ‘Je praatte in je slaap,’ zegt haar vader. Het blijkt dat Lopez exact dezelfde droom had. Dit koppel moet wel voor elkaar geboren zijn, zo suggereert deze geweldig beknopte manier van editen.
Out of Sight heeft goed getimede freeze frames en springt bovendien behendig door de tijd heen, zonder dat je als kijker verward raakt. Soderbergh perfectioneert zijn gevoel voor ritme in The Limey. De plot is rechttoe-rechtaan: een Britse crimineel die recent uit de gevangenis is, maakt jacht op een voormalige hippie die nu een steenrijke muziekproducent is geworden in Los Angeles. Hij vermoedt dat die de hand heeft gehad in de dood van zijn dochter. De editing is experimenteel. Soderbergh snijdt alles door elkaar heen om het trauma van de vader te benadrukken: shots kunnen elkaar lukraak opvolgen; ze kunnen zich herhalen; de Brit schiet de producent dood op een feestje, maar dat blijken visioenen, en voor opnames van een jonge Terence Stamp worden scènes uit Ken Loachs Poor Cow (1967) geleend. Maar omdat de plot zo ongecompliceerd is, stoort de ontregelende montage geen moment. (Point Blank van John Boorman uit 1967 is ook zo’n briljant gemonteerde wraakexercitie).
Te klein voor het tafellaken
Blijkbaar pasten de jaren negentig goed bij Soderberghs werkwijze. Zijn beste titels schipperden tussen het zwartgallig gebruik van geweld in de films van Quentin Tarantino en de verraderlijke lichtheid van een film als Richard Linklaters Before Sunrise (1995). Met Erin Brockovich (2000) maakte hij een film met Julia Roberts, de populairste actrice van dat moment in romantische films, maar dan castte hij haar tegen haar imago in. Ze speelt een gescheiden moeder die met een advocaat een zaak begint tegen een bedrijf dat giftige stoffen loost in het drinkwater én ze winnen het proces. Wat in de jaren negentig een gulden middenweg was tussen commercieel en arthouse heet anno nu ‘te klein voor het tafellaken, te groot voor het servet’.
Black Bag kent een aantal grote namen (Michael Fassbender, Cate Blanchett, Pierce Brosnan), heeft een budget van om en nabij de vijftig miljoen dollar en biedt ‘thema’s voor volwassenen’, zoals Soderbergh het zelf omschrijft in een interview met Alex Mazereeuw in de Volkskrant. In Black Bag is er nauwelijks actie en er is slechts heel kortstondig één explosie te zien. Dit soort films krijgt niet voldoende (online) aandacht onder jongeren, want de publiciteit is gericht op actierijke blockbusters, aldus Soderbergh. Als de films ‘voor volwassenen’ niet snel scoren in de bioscopen, is hun treurige lot dat ze snel worden doorgeschoven naar de streamingdiensten.
Vilein
Welke films hadden we vorig jaar die tot deze categorie gerekend kunnen worden? Hit Man van Richard Linklater is het meest aansprekende voorbeeld, Blink Twice van Zoë Kravitz zou je ook kunnen noemen, en dan misschien ook The Holdovers van Alexander Payne. Ik vergeet vast een enkele titel, maar het houdt hoe dan ook qua aantal niet echt over.
Black Bag is door de pers ontvangen als een aangename en ‘heerlijk vileine’ spionagethriller. Hoewel die het niveau van The Limey niet aantikt, heeft Soderberghs nieuwste zeker zijn momenten. De proloog is bijvoorbeeld ijzersterk, als Fassbender in een lange take van achteren gevolgd wordt, terwijl hij op zoek is naar zijn leidinggevende in een club. Fassbender leest zijn baas de les over huwelijkse ontrouw, waarna hij een lijstje krijgt met vijf namen: een van hen is een verrader in het Britse spionagenetwerk. Dat kan ook Fassbenders eigen vrouw zijn, die ook bij MI6 werkt.
De proloog eindigt met een meesterlijk shot. De camera toont plots de twee mannen van een afstand, terwijl Fassbender wegloopt. Maar vanaf de camerapositie zien we een personage met een donkere jas op de rug. Houdt die Fassbender in de gaten? Is dit de verrader? Krijgt dit shot een vervolg? Als kijker word je geprikkeld om je af te vragen: wat zie ik nu? Heeft dit betekenis? Je kunt Black Bag kijken als een met spanning geladen film (wie is de mol?), maar een Soderbergh-film is verkwikkend genoeg om ook de editing-patronen na te gaan.
Zwerfhonden
De allerbeste film die nu in LUX draait, dankt eveneens zijn brille aan ritme en, trouwens, ook aan allerlei andere zaken die bij een goede film komen kijken. Black Dog van Guan Hu begint 38 dagen voor de Olympische Spelen in Beijing in 2008. We krijgen schitterend gefotografeerde shots van desolate landschappen met elektriciteitsmasten, van een verlopen circus en een slecht onderhouden dierentuin, van een vervallen Chixia, waaruit de bewoners zijn weggetrokken. Het wemelt er van de zwerfhonden, die moeten worden opgepakt, zodat het gebied kan worden herbouwd en ‘gemoderniseerd’.
Black Dog volgt personages die geen profijt zullen hebben van de beloofde vooruitgang. Eén van die verschoppelingen is Lang Yonghui, een ondoorgrondelijke en soms opvliegende voormalige rockster en motorstuntrijder. Hij zat in de gevangenis vanwege betrokkenheid bij een moord, maar is vervroegd vrijgekomen. De stugge Lang zal een hechte kameraadschap sluiten met een als gevaarlijk te boek staande zwarte hond. Hun onderlinge chemie ontstaat doordat man en dier steeds tegen dezelfde muur plassen, heel goed vastgelegd met rustig naar links en rechts pannende camerabewegingen.
Pink Floyd
Black Dog heeft relatief lang uitgesponnen scènes, maar kan plots een overgang naar een andere scène maken. Zo wordt Lang omsingeld door het groepje van de slangenkweker die de dood van zijn neefje wil vergelden. In een volgend shot zit Lang vastgebonden aan ijzerwerk. Indien een overgang een narratief gat creëert, wordt dat steeds, soms met enig vertraagd effect, weer opgevuld – bijvoorbeeld door omroepberichten of door een mededeling van een vriend. In zijn gulle vijf sterren-recensie in Trouw stelt Ronald Rovers treffend: Het verhaal is in wezen weinig relevant, maar het gaat erom dat de film ‘ritmisch perfect wordt verteld’ en dat het ‘op precies de juiste momenten bevreemdend en dan weer geruststellend en ontroerend is’.
Heb daar niet veel meer aan toe te voegen dan dat Lang een fascinatie heeft voor Pink Floyd, en dan met name het nummer ‘Hey You’ – dat ook al zo geniaal gebruikt werd in Noah Baumbachs The Squid and the Whale (2005).
Op mijn beurt maak ik voor de titel van dit stuk graag gebruik van de Nederlandse Songfestival-inzending uit 1986 van Frizzle Sizzle en hun blotevoeten-act.