Dat kun je (niet) maken
Nee, dit wordt heus geen boos stukje. En er gebeuren best mooie dingen in onze stad. Er worden mooie dingen gemaakt. Dit stukje gaat over taal. En over dat 'maakindustrie' gewoon iets heel anders is.
Leerzaam, een recente uitzending van Ridders van Gelre, dat programma op Omroep Gelderland dat iets aan het minderwaardigheidscomplex van Gelderland wil doen en het daarmee dus impliciet bevestigt. Dat ze er dan achter komen dat het Rijksmuseum in Amsterdam dan wel ons Nationale geschiedenismuseum is (?), maar dat ze er nog nix Romeins hebben. Wat we dan weer wel in Nijmegen... Nou ja, en dan gaat dus een van die heren met een kommetje uit Nijmegen naar Amsterdam, want het oog wil ook wat en da's ver hoor, Amsterdam enne...
...Maar in dat neogotische protswerk van Cuypers zijn dus alle provincies afgebeeld in mozaïeken in het plafond van de benedengalerij. Ieder met een passend beroep, en Gelderland werd dus verzinnebeeld met meubelmakers. Meubelmakers, ja. Grappig. Circa 1880 stonden we daar kennelijk om bekend. De Ridders van Gelre zochten het niet verder uit. Misschien een volgende keer.
En dan zijn er dus steeds meer lampenvouwers, ijzervervormers, tassenstikkers, schoenennaaiers, hoedenspalkers, fietsenschroevers in onze stad: mensen die dingen ontwerpen en maken in kleine oplagen, naar eigen ontwerp, met eigen handen. Mooi hoor! En slim om daar een Made in Nijmegen-label bij te bedenken. Waar dan weer sommigen wel en sommigen niet bij willen/mogen horen... geeft allemaal niets.
Dat Made in Nijmegen zich op de Dutch Design Week in Eindhoven mocht presenteren in het Piet Hein Eek-Village klinkt mooi, en dat is het ook. Maar overdrijven moet je zoiets niet. Ik was er toevallig ook, gewoon, omdat ik wel vaker ronddool door het enorme Piet Hein Eek-Village, en onze Nijmeegse presentatie was... laten we zeggen... klein, maar fijn.
Ook dat geeft helemaal niets, alle begin is klein, en dat het in heel Nederland stikt van de getalenteerde ambachtelijke, half-kunstzinnige designers, ontwerpers, materiaalspecialisten, wil niet zeggen dat er geen ruimte voor nog meer van dat soort mensen zou zijn, ook in onze stad.
Maar dat je ‘industry’, ‘bedrijfstak’, kennelijk verkeerd hebt geleerd op je Engelstalige opleiding in de bedrijfseconomie. En dus dit soort ambachtelijke bedrijfjes bij elkaar betitelt als ‘maakindustrie’; daar moeten we met zijn allen alsjeblieft mee ophouden. Industrie betekent in onze taal: fabrieken: in grote aantallen producten maken: schroeven, plastic broodtrommels, scheerapparaten, noem het maar op. Juist níet het soort ambachtelijk bezig zijn van de bedoelde bedrijven.
Grappig is dat juist diezelfde industrie zichzelf valselijk probeert te tooien met werftermen als ‘ambachtelijk’, ‘naar oud recept’, ‘écht’ en ‘eerlijk’. Allemaal dingen die onze kleine ambachtsbedrijfjes allemaal juist wél hebben, juist omdát ze geen industrie willen zijn of worden.