Skip to main content

Hoog//Diep: nieuwe ‘stadsredactie’ over ruimtelijke ontwikkelingen in Nijmegen

Hoog//Diep: nieuwe ‘stadsredactie’ over ruimtelijke ontwikkelingen in Nijmegen
Mette Wijling (links) en Mieke Dings voor het ecologische initiatief Iewan in Lent | Foto: Jan Maurits Schouten

In tegenstelling tot in andere steden wordt er in Nijmegen heel weinig gediscussieerd of geschreven over architectuur, vinden ze bij het Architectuurcentrum Nijmegen. Op zaterdag, de nationale Dag van de Architectuur, begon een nieuw initiatief: Hoog//Diep: artikelen, foto’s en podcasts over stedelijke ontwikkelingen en architectuur in Nijmegen. Met als start een essay over een oer-Nijmeegs verschijnsel: de woongroep.

Het kan je afgelopen zaterdag zijn opgevallen: spandoeken op panden in de stad. Soms op heel onopvallende woonhuizen, soms op gebouwen waar je wel van wist dat er iets bijzonders mee was. Allemaal plekken waar woongroepen of wooncollectieven (het verschil luistert nauw) gevestigd zijn. Het is de invulling die het Architectuurcentrum Nijmegen (ACN) gaf aan de landelijke Dag van de Architectuur, die als thema De publieke zaak had. In Nijmegen werd dat thema uitgewerkt naar het verschijnsel woongroepen.

Mette Wijling, twee dagen per week werkzaam voor het Architectuurcentrum Nijmegen, woont een jaar of twee in Nijmegen, gehuurd, in de binnenstad. Mieke Dings, freelance architectuur- en stedenbouwhistoricus, woont sinds een paar jaar in Slijk-Ewijk (‘niet eens in de gemeente Nijmegen, maar we zijn toch sterk op Nijmegen gericht’). Samen met drie anderen vormen ze sinds zeer kort Hoog//Diep, de ‘stadsredactie’ van het Architectuurcentrum, met als doel verhalen te vertellen over Nijmegen en zijn stedenbouw. Want daar is behoefte aan.

Er is hier weinig discussie over stad en stedenbouw

Wijling: “Door de coronacrisis hebben we voor veel activiteiten van het ACN een alternatieve vorm moeten vinden, we organiseren normaal veel lezingen en rondleidingen en dergelijke. Een langgekoesterde wens was om in Nijmegen meer te gaan schrijven over architectuur en stedenbouw. Vergeleken met Groningen, waar we allebei gewoond hebben, of Amsterdam of Rotterdam, is er in onze stad minder aandacht voor en discussie over stad en stedenbouw. Daar willen we verandering in brengen.”

Over architectuur, vooral stedenbouwkundig, wordt in deze stad, ondanks zijn rijke krakershistorie en Piersonrellen en incidentele debatten over individuele bouwprojecten, niet veel gesproken of gepubliceerd. Wijling: “Nijmegen heeft bijzondere kenmerken, zoals de relatie met de omringende natuur, de vele kloosters en instituten. En er zijn bijzondere initiatieven, zoals het Dobbelmanterrein, de zelfbouwwijk Plant je Vlag. Of opvallende zaken, zoals dat hier nog heel lang industriegebouwen langs de Waal zijn blijven staan. Het unieke van al die zaken wordt weinig onder de aandacht gebracht.” Dings: “Het lijkt of in andere steden de mensen meer betrokken zijn bij stedenbouwkundige ontwikkelingen. Hartstochtelijke debatten van wie de stad eigenlijk is, hoe we samen willen wonen, waar het heen moet met de stad, hoe die leefbaarder gemaakt kan worden, hoe wijken zich kunnen ontwikkelen. In Nijmegen heerst een vrij bedeesde, teruggetrokken stemming. Terwijl er genoeg zaken spelen en er genoeg plaatsen in de stad zijn waarvan je denkt: Had dat niet anders gekund?”

Goede gebouwen voegen iets toe aan de stad

Wijling: “Over architectuur wordt vaak gedacht dat het iets elitairs is; architecten zijn dan een soort kunstenaars die ingewikkelde gebouwen maken. Maar architectuur gaat over gebouwen en mensen, hoe die gebouwen functioneren in een stad. Goede gebouwen voegen iets toe aan het leven in de stad. Over die insteek wordt in Nijmegen heel weinig geschreven. Daar willen wij met de nieuwe stadsredactie iets aan gaan doen. Niet op een pamflettistische manier of door het nieuws te volgen, maar door verdiepende informatie te brengen die er nog niet is. Mieke en Fabian de Bont hebben het eerste verhaal geschreven, dat we op onze site publiceerden op de Dag van de Architectuur.”

Dings: “Wat je als buitenstaander van Nijmegen enorm opvalt, is het grote aantal woongroepen. Als Hoog//Diep vonden we dat allemaal heel toepasselijk en heel goed passen bij het landelijke thema ‘De publieke zaak’. We hebben er met zijn tweeën veel tijd in gestopt en heel veel mensen over gesproken. In de zeventiger en tachtiger jaren kwamen die woongroepen voort uit de krakersbeweging. De nog altijd bestaande stichting Stut ondersteunde mensen daarin. Het idee was toen vooral om woningen betaalbaar te maken voor gewone mensen: met zijn allen een hypotheek afsluiten voor een groot huis waar je woonruimten in realiseerde. Maandelijks los je je hypotheekrente af en aan het eind van de looptijd sluit je een nieuwe hypotheek af. Zo blijft het gebouw eigendom van mensen met een kleine beurs. En je bent ook samen verantwoordelijk voor het pand, via een verenigingsstructuur.”

Woongroep werd in Nijmegen bedacht

Die praktijk heeft in Nijmegen lang gefunctioneerd. Dings: “De klad kwam er pas deze eeuw in, toen de huizenprijzen zodanig stegen dat het afsluiten van een nieuwe hypotheek tegen dezelfde condities eigenlijk niet meer goed mogelijk was, volgens de Rabobank. Die is er toen mee gestopt.”

Gaat het woongroepen alleen om goedkoop wonen? Dings: “We ontdekten dat er heel veel redenen zijn om in woongroepen te willen wonen. Een heel vroeg initiatief was van een Nijmeegse, getrouwde mevrouw met kinderen die weer wilde gaan werken. Zij zette een advertentie in de krant met de vraag of er een architect was die een gebouw kon ontwerpen waar bewoners een keuken, een kinderopvang en een wasruimte deelden zodat ze voor elkaars huishouden konden zorgen. Dat leverde geen architect op, maar wel veel reacties. Het werd het begin van een landelijk initiatief: Centraal Wonen. Jammer is dat de eerste woongroep volgens dat model niet in Nijmegen maar in Hilversum ontstond.”

Mensen geven met hun woonvorm richting aan de samenleving

Wijling: “Mieke en Fabian hebben al dit soort dingen uitgezocht. Vanuit stedenbouwkundig opzicht is dit enorm relevant, maar ook wat betreft de architectuur. Een deel van de woongroepen huist in bestaande gebouwen, maar er zijn ook tal van initiatieven, zoals Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, waarin mensen de handen ineenslaan en samen gebouwen realiseren. Vaak kiezen ze er dan voor om zo duurzaam mogelijk te bouwen, ze zijn minder afhankelijk van de bestaande bouwpraktijk en kunnen hun eigen keuzes maken, of meehelpen met de bouw. Zo ontstaan bijzondere gebouwen, qua materiaal maar ook wat betreft indeling, met collectieve ruimten en voorzieningen. Door collectief wonen en werken zelf te organiseren geven mensen vorm aan de samenleving, ze experimenteren met bouwvormen, bijvoorbeeld zeer duurzame, behouden erfgoed, gaan leegstand tegen, bevorderen de leefbaarheid van wijken.”

Politieke insteek

Dings: “Er is vanaf het begin, en nog steeds, ook een politieke insteek: vastgoed onttrekken aan de markt. Bijvoorbeeld bij een nieuw landelijk initiatief, genaamd Vrijcoop. Daarbij bouwen de mensen samen een huis, lossen de hypotheek af en wat er daarna aan kapitaal overblijft wordt volgens strenge regels geïnvesteerd in nieuwe gebouwen. Het is een Duitse manier die in Nijmegen sterk zou kunnen aanspreken. Met strategisch geplaatste wooncollectieven zou je kunnen helpen wijken te ontwikkelen. Er is in Nijmegen vraag genoeg. Maar veel initiatieven wachten rustig tien tot vijftien jaar tot de gemeente een plekje om te bouwen voor ze gevonden heeft. Wat dat betreft zijn de Nijmegenaren heel mild en afwachtend als het stedenbouwkundige ontwikkelingen betreft. Ze mogen af en toe wel meer met hun vuist op tafel slaan.”

Getagd onder

Deel dit artikel