I Compani: drie CD’s
Een enveloppe in de brievenbus van Ugenda: of we de bijgesloten drie CD’s recenseren willen. Ze zijn van I Compani, een van de belangrijkste bands van Nijmegen, dus dat nemen we graag op ons. Een verslag van een wederzijdse verovering.
CD één heet: Party Tivolux. Het betreft de bundeling van opnames van twee concerten van de band, één in de Utrechtse zaal Tivoli (november 2023) en de andere in het Nijmeegse Lux Theater (28 januari 2024). Op de tweede CD, One way Ticket to Tibet, staan live opnames van een concert in Brebl te Nijmegen, op 20 februari 2022. CD 3 werd hoesloos aangeleverd. Na beluistering en nazoeken op de website van I Compani, gaat het waarschijnlijk om de CD Off the Record uit 2021. In de eerste twee gevallen gaat het om concerten van alleen I Compani, steeds in verschillende samenstellingen, maar altijd onder leiding van de oprichter van het muziekgezelschap Bo van de Graaf (op sopraan-, alto- en tenorsaxofoon). In het laatste geval doen ook, getuige de site, de Nijmeegse gezelschappen Imperial City Orchestra en Kladderatsch aan de opnames mee. De Off the Record-CD moet wel ooit een hoestekst gehad hebben. Die is in de shop op de I Compani-website in een slecht leesbare doorgaande slide-show afgebeeld. Je kunt zoiets wel gaan proberen te lezen, maar er zijn grenzen.
Een opsomming is geen recensie
Bij een eerdere bespreking van het werk van I Compani stelde ik me een basisvraag, die - zo bleek uit de reacties - niet door iedereen gewaardeerd werd, namelijk: ‘wat moet ik met deze muziek?’. Ik vind zo’n vraag nog steeds relevant voor een recensie. Want waar een recensie om draait is: raadt de recensent de lezer aan om de CD’s te gaan beluisteren, en in welke sfeer en setting zou de muziek dan tot zijn recht komen? Ik geef toe dat dat een nogal consumentistische en functionalistische manier is om kunst te benaderen. Maar uiteindelijk is het een legitieme vraag, zoals die je ook bij een schilderij zou kunnen stellen: ‘Zou ik het boven de bank hangen?’. Waarbij ‘nee’ natuurlijk ook een antwoord is dat informatie toevoegt. Veel recensies die I Compani zelf vol trots op haar website publiceert, uit wereldwijd toonaangevende tijdschriften en sites, zeggen niet veel meer dan dat het knap gespeeld is en noemen de nummers en de muzikanten. Dat is niet recenseren, dat is archiveren.
Op het allerhoogste niveau
Om meteen ieder misverstand uit de weg te ruimen: alle drie de CD’s maken vanaf de eerste klanken onmiddellijk duidelijk dat ze aandachtige beluistering waard zijn. De opnames zijn van een onberispelijke heldere geluidskwaliteit en er wordt extreem goed gespeeld: elk nootje, elk tegentoontje, elke piep, knor en hijg wordt met grote accuratesse en precies zoals het bedoeld is (of bedoeld wordt, bij improvisaties) gespeeld. Alleen bij de Tivolux-CD hoorde ik hier en daar een instrument een tikje uit de bocht vliegen (met name de bandeon), maar dat mag geen naam hebben. Het is duidelijk: hier zijn muzikanten op het allerhoogste niveau met hart en ziel met hun kunst bezig.
In een auto in Italië
En wat kun je dan met die kunst? Drie heel verschillende dingen, blijkt. Tivolux kun je rustig opzetten op een vrolijk feest, het is een prima playlist van Italiaans-angehauchte film- en circusmuziek. Ik zie me er wel mee door Italië rijden in een open sportauto, zoals ik ook bij een recensie van een vorige CD van I Compani, ‘Amore per Tuti’ opschreef. Enkele stukken van die Amore per Tuti-CD staan ook op Tivolux, met name de stukken die in Utrecht gespeeld werden, waaronder werk van de Fellini-componist Nino Rota. I Compani onstond in de jaren tachtig als live-begeleidingsband bij een filmcyclus van Fellini en speelde in later jaren als circusorkest. Dat hoor je op deze CD aan alles af.
Het concert in Lux bestaat uit een deel van de werken die I Compani bijeenzocht om te spelen bij een vertoning van foto’s van Jan van Teeffelen, een fotograaf die veel van het Nijmeegse stadsleven in de naoorlogse decennia vastlegde. Van die stukken is een aparte CD verkrijgbaar met meer nummers. Uit de opnames bij Lux is op Tivolux een keuze van 5 stukken opgenomen, die qua sfeer aansluiten bij de stukken in Tivoli. Tivolux is voor wie van een tikje burlesque, circusachtige, goed in het gehoor liggende en toch verdraaid lastig en listig gespeelde muziek houdt zeker een aanrader.
Geconcentreerd luisteren
De andere twee albums tonen, ieder op hun eigen manier, heel andere kanten van het gezelschap. Het is muziek die je eigenlijk niet met goed fatsoen in welk gezelschap dan ook zomaar kunt opzetten. Wel als je iedereen een rustig plekje geeft, een drankje, hapje erbij misschien, en ze verzoekt om het komende uurtje stil te luisteren. Dit is muziek waar je geconcentreerd naar moet luisteren. Ik had gelukkig een paar lange zakelijke ritten te maken, zette de CD’s over op een USB-stick en heb me er zo ongestoord in kunnen verdiepen.
Niet naar Tibet
One way Ticket to Tibet is er na een keer of vijf beluisteren echt in geslaagd om mij te veroveren. De titel en Kuifje-achtige vormgeving van de hoes zet je overigens op het verkeerde been als je denkt je verzameling van traditionele en hippie-achtige Tibetaanse muziek aan te kunnen vullen. Deze muziek heeft niets met de muziek uit dat land te maken. Het openingsnummer draagt dezelfde titel als de CD en met heel veel goede wil zou je daar, in het begin, ergens in het midden en aan het einde, in de zang van Annelie Konings iets van een Indiaase chant kunnen herkennen. Verder is dat nummer een bonte potpourri aan jazzy akkoorden, klanken en ritmes.
Alle perken te buiten gaan
Wat is One way Ticket to Tibet dan wel? De verklanking van de volle vreugde van begaafde muzikanten die, vlak na het einde van de coronaperiode, helemaal los mogen gaan. Onder het motto ‘Doe wat je maar wil’ stond dit concert bol van de improvisaties, vertelt de hoestekst ons. Bij muzikanten van dit kaliber is het voor de niet-ingevoerde luisteraar niet uit te maken wat van het ten gehore gebrachte werk improvisatie is en wat vooraf is ingestudeerd.
De zes stukken die allen als ‘Duet’ op de playlist staan, met de namen van de uitvoerenden er achter, geven het meest de indruk van vrij werk. Het lijkt alsof Annelies Konings, George Dumitriu (viool en viola), Dion Nijland (dubbele bas), Albert van Veenendaal (piano en chimes) en Makki van Engelen (drums) onderling of in duet met Bo van de Graaf vanuit het niets op elkaar beginnen te reageren en hun muziek creëren waar je bij staat. Andere stukken, zoals Violin Phase (Steve Reich), Shinjuku (Bo van de Graaf) en Eventually we can come together (Tessa Zoutendijk) zou je moeten kennen om te weten in hoeverre de muzikanten hier alle perken te buiten gaan in hun improvisaties of misschien juist niet. Ik ken ze niet.
Mijn stadia van luisterervaring
Met de muziek op One way Ticket to Tibet ben ik een paar stadia doorgegaan. Fase 1: je voorstellen dat je in het publiek zat, die 20ste februari in 2022, met de Corona nog maar net voorbij, Rusland op twee dagen na Oekraïne binnengevallen, vrolijke mensen in opperste concentratie op het podium, je bedenken hoe ze elkaar signaaltjes geven, elkaar volgen, op elkaar reageren. Daar had je bij willen zijn, is dit wat het is, de weergave van een uitvoering die voorgoed verloren is in de tijd. Fase 2: bewonderend luisteren naar de ongelooflijke skills van de muzikanten en de zangeres, ondertussen proberend alle interpretatie los te laten: dit is pure muziek-om-de-muziek, het drukt niets anders uit dan muziek, het heeft bijvoorbeeld niets te maken met het verhalende ‘Italiaanse’ of het feestelijke circuswerk van I Compani. Het is mogelijk om het ‘jazz’ te noemen maar jazz is ook maar een naam. De derde fase: laat ook het intellectuele proberen-niet-te-begrijpen los en luister alleen nog maar, zoals je ook moderne dans of een abstract schilderij beleeft, onderga de ervaring. Zo ver ben ik inmiddels. En ik kan deze muziek nu ook opzetten en er ondertussen wat anders bij doen.
Ontregelen en schockeren
En dan de CD Off the record… Op de site van I Compani is eigenlijk überhaupt heel weinig te vinden over Bo van de Graaf, zijn achtergrond, zijn beweegredenen, de richting die hij met zijn muziek op wil. Wel staat er een video met een lang interview met Van de Graaf op de site, en dat geeft wat ruimte om ‘Off the record’ te begrijpen. Van de Graaf is van de na-oorlogse generatie die zich afzette (en afzet) tegen een burgerlijk milieu en de als verstikkend ervaren conventies. En dat met absurdisme te lijf ging. Ontregelen, schockeren, speels toveren met afspraken en regels, kunst maken waar nog niet eerder kunst gemaakt is, dat soort dingen.
Blazers als mokerslagen
Off the record is, als ik het goed begrijp, een samenstel van een aantal oudere stukken van De Graaf. Of het hier ook een uitvoering betreft of een bijeenbrengen van stukken uit verschillende tijdvakken is niet helemaal duidelijk, maar het laatste lijkt me het aannemelijkst. Het openingsstuk Too much wind, met 25 blaasinstrumenten (!) en 3 verschillende pianosolisten komt in ieder geval binnen als een mokerslag: de 25 blazers blazen regelmatig tegelijk op volle kracht en bepaald niet allemaal dezelfde toon. Je zou het vals kunnen noemen, zowel muzikaal vals als gemeen vals, want de luisteraar wordt er door overvallen. In de pianostukken om deze ‘windvlagen’ heen gebeurt namelijk ook van alles, we horen een flard ‘Rhapsody in Blue’ voorbij komen, een paar noten van ‘The Last Post’ en vast nog een heleboel dat ik niet meteen herken. En daar tussendoor dan die blaasexplosies. Sic.
Bewonderenswaardig onvermijdelijk
Het volgende stuk is Kakafonissimo, Bo de Graaf op 25 autotoeters. Inderdaad, autotoeters. Het is hard. Onmelodieus. On-ritmisch. Het is het soort kunstwerk dat als een logisch einde van een ontwikkeling in kunstgeschiedenis staat. Het moest er eens van komen. Het is op een bepaalde manier bewonderenswaardig onvermijdelijk. Maar het zijn ook klanken van het soort waar je niet innerlijk blij, verlicht, of uitgedaagd door wordt. Zoiets hoef ik in ieder geval maar één keer geluisterd te hebben. De rest van dit album is minder een aanslag op het gehoor; er zitten zelfs melodieuze jazzachtige stukken tussen, alles geschreven door Van de Graaf, inclusief Wanderers Nachtlied met een etherisch zingend vrouwenkoor. De CD kabbelt eigenlijk steeds rustiger naar zijn eind, waar het zelfs klinkt als werk zoals dat ook op Tivolux te horen is.
Omgekeerde verovering
Daarmee is Off the Record vooral een staalkaart van Van de Graafs kunnen als componist, kunstenaar en muzikant, maar als album een wel erg wisselvallig geheel. Deze CD beluisteren voelt ook als een verovering, maar dit keer van de luisteraar op de muziek, in tegenstelling van andersom.
Getagd onder
-
Wat3 CD's van I Compani
-
WaarVerkrijbaar via de de site van de band
-
Website