Skip to main content

Oppenheimer – Ziel zoeken versus fluoresceren

| Peter Verstraten | Film
Oppenheimer – Ziel zoeken versus fluoresceren

De bioscoopbranche en de filmtheaters kennen deze zomer een opleving dankzij ‘Barbenheimer’ (of ‘Barbieheimer’, wat je wil). In tegenstelling tot de recensenten van dienst op deze site kon Barbie mij minder overtuigen dan andere films die Greta Gerwig had geregisseerd – Lady Bird (2017) en Little Women (2019) – en ook minder dan Frances Ha(2012), de sublieme film van haar partner Noah Baumbach waarin ze de hoofdrol speelde. In de reclamecampagne vooraf had ik al een filmpje gezien waarin Gerwig niet minder dan 33 inspiratiebronnen onthulde voor haar Barbie, van Stanley Kubricks scifi 2001: A Space Odyssey en Jacques Demy’s kleurrijke, en volledig gezongen film Les Parapluies de Cherbourg tot oude screwball comedies en Jacques Tati-films. 

Reclame voor semi-verschrikkelijk bedrijf?

Allemaal mooi en aardig, maar daardoor werd Barbie ook wel erg opzichtige camp. Nagenoeg elke scène raakte voorzien van een vette knipoog, waardoor je zo veel knipogen had dat niets nog echt betekenis had. Is het een rolbevestigende film, een feministisch manifest, commentaar op een patriarchale maatschappij? Elk standpunt is even waar als onwaar. De kritiek van de kniesoor die zou mopperen dat dit nergens over gaat, is makkelijk te pareren: inderdaad, want de film neemt zichzelf ook niet al te serieus. Om er toch iets sympathieks over te zeggen: Gerwigs film is een aaneenschakeling van hommages aan oudere, en meestal betere, films. Om er iets katterigs over te zeggen: Waarom wordt een interessante onafhankelijke filmmaker ingehuurd om, zo schreef Cineville, ‘grote reclame te maken voor een semi-verschrikkelijk bedrijf’?

Vader van de atoombom

Van hoofdpersonage J. Robert Oppenheimer uit Christopher Nolans Oppenheimer wist ik weinig meer dan dat hij als de ‘vader van de atoombom’ gold, zoals Time Magazine hem noemde. Bij een dergelijke filmvertelling mogen historici doorgaans hun beklag doen over wat er allemaal niet klopt, maar hier bleef dat voornamelijk beperkt tot een curieus detail. Na het bombarderen van de Japanse stad Hiroshima geeft Oppenheimer een toespraak, en in het publiek zijn toehoorders met een Amerikaanse vlag met 50 sterren, terwijl in augustus 1945 de vlag nog maar 48 sterren had. Maar belangrijker dan historische accuratesse is of Oppenheimer ook een goede film is. Nou, me dunkt – geheel eens met de recensent alhier, Luus Veeken. Ik was lichtelijk sceptisch vooraf vanwege de lengte. Het zal vast gaan over een natuurkundige wiens theorie tot een uitvinding leidt waar die later gewetenswroeging over heeft als het verwoestende effect in de praktijk blijkt. Zouden we echt de volle drie uur gaan zitten kijken naar een biopic rondom een moreel vraagstuk? 

Oppenheimer   applaus 17Oppenheimer, 'oorlogsheld'

Pion in vilein spel

Maar Nolans film springt dwars door de tijd heen en introduceert al snel verhaallijnen rondom Lewis Strauss, die eind jaren vijftig kritisch ondervraagd wordt door senatoren als de beoogde nieuwe minister van Handel, en rondom een besloten hoorzitting van een veiligheidscommissie. Het zal blijken dat Strauss die hoorzitting heeft bekokstoofd omdat ‘oorlogsheld’ Oppenheimer hem eens publiekelijk vernederd heeft. Strauss, die vanwege zijn verleden als ‘eenvoudige schoenenverkoper’ met een minderwaardigheidscomplex kampt, vindt Oppenheimer een ijdeltuit met een geveinsd schuldbesef. Gedreven door persoonlijke wrok maakt kandidaat-minister Strauss de wetenschapper tot een beklagenswaardige pion in een vilein spel om macht. De film laat zien dat als je het spel niet even vuil meespeelt, je zomaar vermalen kunt worden. De opzet van Strauss mislukt, maar het is kantje boord.

Oppenheimer Lewis Strauss 18De vileine kandidaat-senator Lewis Strauss

Macht schuilt in de schaduw

‘Macht schuilt in de schaduw’, zo doceert Strauss aan zijn adviseurs, en hij verliest enkel omdat een collega-wetenschapper van Oppenheimer de strategie van de kandidaat-minister in het openbaar blootlegt. Oppenheimer roept gelijkenissen op met Advise & Consent (1962) van Otto Preminger, maar Nolans film koketteert nooit met die overeenkomst. In Advise & Consent is de rolverdeling andersom, want hier is de kandidaat-minister, een rol van Henry Fonda, mikpunt van reputatieschade. Iedereen weet dat de geslepen senator van South Carolina – een briljante Charles Laughton – een hekel heeft aan de beoogde minister, en via allerlei trucs achter de schermen probeert hij Fonda door de gehaktmolen te halen. De film met een verrassende ontknoping (die ik niet zal verraden) was indertijd gekozen tot beste film van het jaar door het beroemde Franse tijdschrift Cahiers du cinéma.

Advice and consent IMG 0914 746BPoster Advise & Consent

Op 70mm nog magnifieker

Ik bezocht Oppenheimer twee keer, een keer in een regulier theater en zo’n twee weken later naar de 70mm-versie in Eye Amsterdam. Maar is dat ook twee keer dezelfde film? Het filosofische antwoord is per definitie ‘nee’, want bij een tweede keer beleef je de film anders en vallen je andere zaken op – en al helemaal bij een film die zo overvol verwikkelingen is als Oppenheimer. Het materiële antwoord is echter ook ‘nee’. Ik vond Oppenheimer als film imponerend, maar op 70mm nog magnifieker. Het beeld van het analoge 70mm is zo’n drie keer scherper dan bij een digitale projectie in een normale bioscoop. En dan te bedenken dat Nolan de studio zelfs zo ver heeft gekregen dat hij op IMAX 70mm mocht draaien, nog scherper en dus nog gedetailleerder, maar voor dat formaat kun je in Europa alleen maar in Londen, Manchester of Praag terecht. Wat bij 70mm vooral opvalt, zijn de mooiere kleuren: die sprankelen meer. Toen de overgang van analoog naar digitaal in de filmwereld plaatsvond, vergeleek iemand die transformatie met Invasion of the Body Snatchers (Don Siegel, 1956): in die film worden mensen tijdens hun slaap vervangen door exacte replica’s. En vanaf dat moment bewegen ze wat mechanisch en zijn ze hun emoties kwijtgeraakt.

Bodysnatchers IMG 0917746BPoster Invasion of the Body Snatchers

Met het beste materiaal werken

Als je vandaag de dag naar de bioscoop gaat, ben je gewend geraakt aan digitaal, maar als je een film op 70mm of op het vroeger zo gangbare 35mm ziet, dat is dan toch een traktatie. Om met recente Zomergast Hoyte van Hoytema, cinematograaf van Oppenheimer, te spreken: als cameraman probeer je een ‘ziel van dingen’ te zoeken, en dan helpt het om met het best denkbare materiaal te werken. En andere films, zoals Barbie, hebben dan weer andere ambities. Die volstaan met fluoresceren: Life in plastic, it’s fantastic.

  • Waar
    LUX

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen