Mon(ic)a
Met regelmaat schrijft onze columnist Ted Chiaradia een stukje over wat hem bezighoudt op cultureel gebied, wat hij meemaakt, wat hij vindt of – zoals in dit geval – over zijn liefde voor wijlen Monica Vitti en Michelangelo Antonioni. En natuurlijk heeft Ted nog tips.
Vorige week, net mijn stukje ingeleverd, kwam het droeve bericht binnen van het overlijden van Monica Vitti, de pin up van de intellectuelen uit de vroege jaren zestig. Lang heb ik gedacht dat ik, als uitverkorene, een van de weinigen was die van haar hield. Maar dat bleek een misvatting, gezien de ruime aandacht in dag- en weekbladen. Veel meer mensen hebben haar dus in hun hart gesloten, de goddelijke muze en partner van Michelangelo Antonioni, de Italiaanse meester.
Na wat grasduinen kom ik een jaloersmakend mooie column tegen in een oude editie van Zout Magazine -een cultuurblad om te onthouden!- De Siciliaanse Notities van Pieter Beek uit september 2007: ‘Monica Vitti, beetje wild blond haar, een gezicht als een Griekse godin, een neus alsof die door een liefdeloze beeldhouwer in dat gezicht was uitgehakt, voluptueuze lippen. Zo sensueel heb ik sindsdien geen enkele vrouw meer gezien’.
De films van Antonioni veroorzaken in de zestiger jaren min of meer een filmische revolutie. Voor het eerst staat de moderne stedeling centraal in zijn permanente zoektocht. De ongrijpbare aanwezigheid van Vitti, haar verveelde blik, bleef iedereen voor eeuwig bij; enigmatisch, cerebraal en tegelijktijdig onweerstaanbaar was ze in de baanbrekende trilogie van de vervreemding van Michelangelo Antonioni.
O42
Vroeger zou elk zichzelf respecterend Filmhuis, zo eentje die een tweetal jaren geleden nog op de Oranjesingel 42 pruttelde, aandacht hebben besteed aan het verscheiden van Vitti. Acuut zouden L’Aventura of Deserto Rosso geprogrammeerd worden. Tegenwoordig moeten we ons thuis behelpen met een dvd. Ik neem mijn oude stramme lijf maar weer eens mee op weg naar boven, naar een zolder vol herinneringen. Tussen al mijn oude catalogi, aantekeningen, dvd’s en lp’s zoek ik naar die dvd-box van maestro Antonioni ,Il maestro dell’ incomunicabilita.
A trip down memory lane: een zoektocht naar mijn eigen herinneringen aan de filmgeschiedenis. De Antonioni-films die ik wel tig heb gezien, ze hebben mijn leven beïnvloed. Zo herinner ik me nog de rit op de brommer naar de bioscoop voor La Notte. Mijn vriendinnetje en ik verdwaalden, raakten elkaar kwijt. Terwijl we samen waren. Vervreemding net als in de film, we wisten helemaal nog niet wat het was. Zo leefden we als pubers voor even onze eigen Antonioni en Vitti-leven.
Negentig is de Italiaanse diva geworden, maar de laatste twintig jaar waren tragisch en niet vrij van alzheimer. Vast ook de reden dat zij niet op de uitvaart van haar oude maestro aanwezig was in de zomer van 2007. Een nog droevigere week toen. Op dezelfde dag, 30 juli stierf de invloedrijke en unieke Ingmar Bergman. Europa verloor toen bijna gelijktijdig twee van haar allergrootste filmkunstenaars. Een dag later verloor de Rabo-wielerploeg de Tour de France en het Nederlandse wielrennen zijn onschuld. De Deense kopman Michael Rasmussen werd in gewonnen positie voor de eindzege door de eigen Nederlandse ploeg uit de koers genomen wegens vermeend dopinggebruik. Een meer dan droevige week. De Filmwereld en de Wielerwereld stonden voor even stil. Ik was erbij destijds aan de kant van de weg in de Dordogne, wachtend op eindoverwinning van een Nederlandse ploeg, eindelijk! Achteraf was ik liever in het door Pieter Beek mooi beschreven dorpje in Sicilië geweest, waar hij begin van deze eeuw woonde. L’Avventura is daar deels opgenomen, bella Monica moet daar dus rondgedoold hebben.
Of ik de Italiaanse actrice ooit ontmoet of gezien heb, weet ik zo gauw niet meer. Wel de grote Antonioni, in Rotterdam 1980, tijdens het filmfestival waar een retrospectief van hem draaide! Heb ik nog als verlegen jongeling een vraag durven stellen. Maar Vitti? Venetië, daar moet het geweest zijn. Tijdens de Biënnale in 1995 ontving zij de Gouden Leeuw voor haar hele oeuvre. Toch heb ik hier, zoals dat op zijn Rutte’s heet, geen actieve meer herinnering aan. Wel aan Stefania Sandrelli, de tegenspeelster van Gerard Depardieu in Novecento. Maar dat was meer, omdat mijn beste vriend altijd beweerde dat hij haar kende uit soft erotische Italiaanse pulp.
Geen Italiaanse dvd’s meer te vinden. Wel sta ik tussen tal van oude lp’s. Onder het stof liggen Harvest, After the Gold Rush en Freedom van Neil Young. Maar voor die troostmuziek moet je tegenwoordig weer je hele draaitafel installeren.
Stadsschouwburg
Hoor ik ineens dat in de Stadsschouwburg What the World Needs Now geprogrammeerd staat. De zoetgevooisde klanken van de Burt Bacharach-songs zouden verlichting kunnen brengen. Helaas, Trijntje gemist. Mij wordt ook niets verteld! Andere troost? Karin Bloemen met op piano Cor Bakker vrijdag aanstaande dan?
Woensdag de 16e Slagerij van Kampen: Rhythm of Life? Van dat veertig jaar getrommel word ik alleen maar nerveus. En van Bo van de Graaf met zijn jazz, zondag de 20e deze maand, begin ik helemaal te trillen. Meer behoefte aan de rustige, oude fadoklanken van Fernando Lameirinhas. Vroeger bijna wekelijks te zien in O42 aan de Oranjesingel. Voor zijn afscheidstournee, na 57 jaar, moet je nu helemaal naar Purmerend of Austerlitz. Kan het nog verder weg? Jazeker, voor Alex Roeka moet je woensdag de 16e helemaal naar Leeuwarden. Hij zou kort voor de corona-uitbraak nog in café Trianon optreden. Bestaat ook al niet meer, Trianon.
Kan ons dan niemand meer redden? Biedt niets meer troost? Moeten we op rantsoen met de songfestivalhit van Corrie Brokken uit 1957: ‘de wereld net als vroeger, we worden weer een sprookjesland..’ ? Nee, gelukkig hebben we daar onze blonde muze uit Volendam, Mona Keijzer. Als een door god gezonden Jeanne d’Arc is zij onze laatste strohalm. Met Onverdeeld Open komt zij op voor onze vrijheid. Samen met haar vriendjes strijdt zij voor onze verloren grondrechten. Wie die vriendjes zijn? Wat verloren cineasten als Dick -De Lift- Maas en -daar is ie weer- Martin Koolhoven. Dan komt vast alles weer goed met de vrijheid.
Met de klanken van Rockin’ in the free World in mijn hoofd van oude krijger Neil Young daal ik met goed gemoed de vlieringtrap af en spoed mij naar Stadsschouwburg Arnhem. Vanavond Cliënt E Busken, de machtige theatermonoloog van Gijs Scholten van Aschat, gebaseerd op de laatste roman van Jeroen Brouwers. Een oude demente man in een verzorgingshuis waarbij fantasie, herinnering en werkelijkheid door elkaar lopen.
Als ik de deur uitloop ontvang ik nog net een bericht van de schouwburg: de voorstelling is gecanceld! Toch geen grensoverschrijdend gedrag hoop ik? Gelukkig, alleen maar corona.
Dan toch maar weer naar de bioscoop dit weekend. Las een goede kritiek van Gawie Keyser in de Groene Amsterdammer over Tout s’est bien passé van François Ozon. Een stijlvol, intens drama over het einde van het leven, euthanasie. Met André Dussolier, als hoogbejaarde, die na een beroerte de dood verkiest. Goede keuze lijkt me. En Dussolier, zijn stem, zijn elegantie, ook als oude gebroken man, nog steeds iets om jaloers op te zijn. We zijn weer even terug in 1980. Exterieur,Nuit van Jacques Bral met een jonge Dussolier als jazzmuzikant en Christine Boisson met haar ravendonkere korte coupe. Twee dolende zielen in nachtelijk Parijs met een onvergetelijke jazzy sfeer. Heb ik een mooie herinnering aan, waarover het ging weet ik ook niet meer, zoals zo vaak. Zoals bij de publieksmeeting met maestro Antonioni op het Filmfestival Rotterdam in datzelfde jaar. Wat ik vroeg, wat ie antwoordde? Weet ik ook niet meer.